
54 | Nederlands
1 619 929 L37 • 31.7.12
Montage
Batterij inzetten of vervangen
Voor het gebruik van het meetgereedschap worden alkalimangaanbatte-
rijen geadviseerd.
Als u het batterijvakdeksel 5 wilt openen, drukt u op de vergrendeling 6 in
de richting van de pijl en klapt u het batterijvakdeksel omlaag. Plaats de
meegeleverde batterij. Let daarbij op de juiste poolaansluitingen.
Als de batterijwaarschuwing a in het display brandt, kunt u nog ongeveer
1 uur meten. Als de batterijwaarschuwing a knippert, kunt u nog ongeveer
10 minuten meten. Als naast de batterijwaarschuwing het lichtsignaal 2
rood knippert, is geen meting meer mogelijk en moet u de batterij ver-
vangen.
f Neem de batterij uit het meetgereedschap als u het gedurende
lange tijd niet gebruikt. De batterij kan, als deze lang wordt bewaard,
roesten of zijn lading verliezen.
Gebruik
Ingebruikneming
f Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel zonlicht.
f Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme temperaturen
of temperatuurschommelingen. Laat het bijvoorbeeld niet lange
tijd in de auto liggen. Laat het meetgereedschap bij grote tempera-
tuurschommelingen eerst op de juiste temperatuur komen voordat u
het in gebruik neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuur-
schommelingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereedschap
nadelig worden beïnvloed.
f Voorkom heftige schokken of vallen van het meetgereedschap.
In- en uitschakelen
f Controleer voor het inschakelen van het meetgereedschap dat het
sensorgedeelte 7 niet vochtig is. Wrijf het meetgereedschap indien
nodig droog met een doek.
Als u het meetgereedschap wilt inschakelen, drukt u op de aan/uit-toets 4.
Na een korte zelftest is het meetgereedschap gereed voor gebruik. Een
vinkje achter de kalibratie-indicatie „AutoCal” d geeft aan dat het meet-
gereedschap gereed voor gebruik is.
OBJ_BUCH-1706-002.book Page 54 Tuesday, July 31, 2012 11:28 AM
Kommentare zu diesen Handbüchern